Terwijl de vraag naar grondstoffen als zand, grind, klei en kalk wereldwijd toeneemt, proberen overheid en bedrijfsleven het grondstoffengebruik in Nederland juist terug te dringen. Nederland wil in 2050 een circulaire economie zijn. Hiervoor is het Rijksbrede Programma Circulaire Economie ontwikkeld. Dat heeft ook gevolgen voor de aanleg van wegen, én de materialen rondom wegen.
Rijkswaterstaat wil al in 2030 volledig circulair werken. En dus denkt Rijkswaterstaat na over hoe het rijkswegennet circulair kan worden aangelegd. In de speciaal hiervoor opgerichte Circulaire Infra Community is een visie op de circulaire weg ontwikkeld en liet de Community zien dat er op maar liefst veertien onderdelen van een snelwegontwerp biobased alternatieven beschikbaar zijn. De meest in het oog springende zijn houten vang- of geleiderails, houten portalen en viaducten en biobased asfalt, geluidschermen, hectometerpaaltjes en zelfs biobased verkeersborden.
Om bouw- en infrabedrijven te wijzen op die klimaatneutrale alternatieven liet het Transitieteam Circulaire Bouweconomie via RVO een verkennend rapport opstellen door het NIBE, een advies- en kennisinstituut over duurzaamheid in de bouw. Belangrijkste conclusies: het gebruik van biobased grondstoffen in de GWW heeft een potentieel van 13,8 procent reductie op de Milieu Kosten Indicator (MKI), 21,8 procent reductie op CO2 en 15,8 procent op gebruik van primaire grondstoffen voor de aanleg van het totale Rijkswaterstaat wegenprogramma.